Bij een borstvergroting of augmentatie worden meestal prothesen gebruikt om grotere en vollere borsten te verkrijgen. Een borstvergroting is eveneens geschikt om borsten die verslapt zijn na zwangerschap, ouderdom of vermagering te corrigeren.
Een borstvergroting kan uitgevoerd worden met behulp van een zacht en natuurlijk aanvoelend silicone implantaat of met behulp van lichaamseigen vetweefsel (lipofilling). Bij een eerste consultatie bespreekt uw arts beide opties uitgebreid en kan u samen tot een keuze komen die het beste bij uw lichaam past. Het soort implantaat en de incisie of toegangsweg zal eveneens in samenspraak bepaald worden.
Het implantaat wordt geplaatst via een insnede in de borstplooi of een insnede in het tepelhof. Beide incisies geven een goede toegang om het implantaat nauwkeurig te plaatsen. De incisie wordt met zorg opnieuw gehecht opdat mooie en onopvallende littekens verkregen worden.
Er wordt steeds gewerkt met de nieuwste generatie silicone implantaten die zacht en natuurlijk aanvoelen. De vulling van de implantaten bestaat uit ‘cohesive gel’ wat betekent dat de silicone zich niet in het lichaam zal verspreiden bij een eventuele lekkage.
Het omhulsel van de prothese kan glad of ruw zijn. Meestal zal gekozen worden voor een ruw omhulsel omdat de prothese beter op zijn plaats blijft en omdat het risico op kapselcontractuur wordt verminderd.
De vorm van een implantaat kan rond of druppelvormig (anatomisch) zijn. De keuze van de vorm wordt voornamelijk bepaald door uw lichaamsbouw en de vorm van de borst. Het soort implantaat en het volume zal uitvoerig besproken worden tijdens een inleidende consultatie en zal in samenspraak gekozen worden.
Het implantaat kan voor of achter de borstspier geplaatst worden. Het ideale borstimplantaat beweegt zo natuurlijk mogelijk met de borst. Meestal wordt er een voorkeur gegeven om het implantaat voor de borstspier te plaatsen zodat het één geheel vormt met de borstklier. Bij magere vrouwen of vrouwen met weinig eigen borstklier kan de rand van de prothese voelbaar en zichtbaar zijn. Om dit te voorkomen wordt soms geopteerd om het implantaat achter de borstspier te plaatsen zodat deze beter bedekt is. Een nadeel kan zijn dat de prothese beweegt bij het aanspannen van de borstspier. Bij de Dual Plane methode wordt het implantaat bovenaan onder de borstspier en onderaan boven de borstspier geplaatst. Deze combinatie van beide technieken combineert beide voordelen. Het resultaat is onzichtbare randen en een natuurlijk bewegen van uw borst en implantaat.